Motorrijles

Intake van 100 minuten

Hoe snel pik je het op?

Voorafgaand aan elke rijopleiding bij Rijschool Flits vind er eerst een intakeles plaats. Tijdens de intakeles van 100 minuten leer je de instructeur kennen. Vervolgens ga je een aantal basishandelingen verrichten. De instructeur kan dan inschatten hoe snel je iets op pikt en wat voor jou de beste keuze is met betrekking tot het aantal lessen. Er wordt ook gekeken naar jou als persoon. Ben je nerveus of heb je wellicht faalangst? Wij zorgen ervoor dat jij je tijdens de opleiding op je gemak voelt en dat de rijopleiding op maat is voor jouw tempo. Samen zorgen we er voor dat jij straks op een verantwoordelijke en veilige manier de weg op kunt!

Intakeles aanvragen

Examen voertuigbeheersing (AVB)

Heb je de motor onder controle?

Om het motorrijbewijs te behalen dien je naast het theoriecertificaat ook te slagen voor twee CBR praktijkexamens. Het eerste examen dat behaald moet worden en waar ook voor geoefend wordt tijdens de eerste reeks lessen is het examen voertuigbeheersing (AVB). Het behalen van het theoriecertificaat is voor dit examen nog niet nodig. Dit examen bestaat uit 12 oefeningen. Je moet er hiervan 7 uitvoeren op het praktijkexamen. Voor slechts 2 van deze bijzondere verrichtingen in het examen voertuigbeheersing mag je een onvoldoende halen.

De 12 oefeningen zijn ingedeeld in 4 clusters:

1. Lopen met de motor en gebruik van de standaard (deze is verplicht)
2. Verrichtingen bij lage snelheid (5 oefeningen waarvan 1 verplicht en 1 naar keuze)
3. Verrichtingen bij hogere snelheid (3 oefeningen, waarvan 2 verplicht)
4. Remoefeningen (3 oefeningen, waarvan 1 verplicht en 1 naar keuze)

Dus naast de 5 verplichte oefeningen kan de examinator uit de overige 7 oefeningen er 2 kiezen. Als je slaagt voor het examen voertuigbeheersing ontvang je een uitslagformulier waarmee je kunt opgaan voor het examen verkeersdeelneming (AVD). Het uitslagformulier is 1 jaar geldig.

Inschrijven

Zo gaat het bij het praktijkexamen motor CBR




Verrichtingen examen voertuigbeheersing

Achteruitlopend parkeren

Het eerste cluster bestaat uit de oefening achteruit lopend parkeren. In deze verplichte oefening moet de kandidaat aan de rechterzijde van de rijbaan lopen met de motor aan de hand, deze daarna achteruit parkeren in een parkeervak en op de standaard zetten. Vervolgens moet de kandidaat de motor weer van de standaard halen en rechts het parkeervak uitlopen.

Langzame slalom

Een verplicht onderdeel van het tweede cluster is de langzame slalom. De tussenafstand van de pylonen is hierbij 3 meter. Geen aangegeven snelheid, maar gezien de geringe tussenafstand ligt een stapvoets tempo voor de hand. Het gebruik van achterrem en koppeling is hierbij verplicht. Van belang bij deze oefening is de combinatie van langzaam rijden en balans houden.

Wegrijden uit parkeervak

Bij deze oefening rijdt de motorrijder vanuit stilstand uit een parkeervak weg waarna hij een haakse bocht maakt en enkele meters rechtuit rijdt. Het parkeervak is twee meter breed en drie meter lang, de rijbaan breedte is drie meter. Het belangrijkste van deze oefening is dat je gecontroleerd een scherpe bocht weet te maken, direct na het wegrijden.

Denkbeeldige acht

Uitvoering:
- Vak inrijden
- dan naar het eind doorrijden;
- begin met een bocht naar links;
- daarna de acht completeren;
- houd een gelijkmatige snelheid aan;
- de motor moet afgeschuind worden.

Stapvoets rijden

Uitvoering:
- recht komen aanrijden op het poortje koppeling tot aangrijpingspunt licht de achterrem gebruiken en motor moet trekkend blijven.
- met een constante snelheid in een rechte lijn naast de examinator rijden tot kort voor het richtpunt (de kegel).

Halve draai

Uitvoering:
- de rijbaanbreedte is zes meter;
- de gehele oefening wordt uitgevoerd met trekkende motor;
- de kandidaat komt rijdend aan bij de uiterste linker- of rechterzijde van de rijbaan;
- de aanloop moet tenminste tien meter bedragen;
- dan de halve draai op een van tevoren bepaald punt inzetten;
- de halve draai in een vloeiende beweging uitvoeren;
- daarbij de juiste wijze van afschuinen benutten om de bochtstraal te verkleinen.

Uitwijkoefening

Cluster drie bestaat uit drie oefeningen. Bij de uitwijkoefening, een verplichte oefening, komt de kandidaat met vijftig kilometer per uur aanrijden door de poort. Vijftien meter na de poort moet hij bij een muurtje van pylonen uitwijken. Daarna keert hij of zij weer terug naar de eigen weghelft.

Vertragingsoefening

Bij deze oefening accelereert de bestuurder vanuit stilstand naar een hogere snelheid, gevolgd door een vertraging en een slalom.

Snelle slalom

Bij de, eveneens verplichte, snelle slalom zijn zes pylonen met een tussenafstand van acht meter opgesteld. Het is de bedoeling om de slalom bij een snelheid van minstens dertig kilometer per uur met trekkende motor vloeiend en gelijkmatig te voltooien.

Noodstop

In het vierde cluster is de noodstop de verplichte oefening. Hier moet je een poortje passeren en bij vijftig kilometer per uur maximaal remmen om zo snel mogelijk tot stilstand te komen. Daarbij mag je de controle over de motor niet verliezen.

Precisiestop

Bij de precisiestop gaat het erom dat de kandidaat bij een snelheid van vijftig kilometer per uur op een aangegeven punt begint te remmen. Daarna moet hij de motor door gelijkmatig remmen zeventien meter verderop tot stilstand brengen. Naast de precisiestop kan de examinator ook nog kiezen voor de stopproef als tweede oefening.

Stopproef

Bij de stopproef gaat het erom dat de kandidaat bij een snelheid van vijftig kilometer per uur op een aangegeven punt begint te remmen. Daarna moet hij de motor door gelijkmatig remmen maar wel goed door remmen op ong. 15 meter tot stilstand brengen. Het gaat bij het uitvoeren van bovengenoemde bijzondere manoeuvres niet om het doen van een paar “kunstjes”. Het doel is om door middel van deze manoeuvres aan te tonen dat je over voldoende voertuigbeheersing beschikt. Met andere woorden: dat je de baas bent over de motor en hem volledig in je macht hebt.

De meeste manoeuvres moeten daarom met een licht-trekkende motor en in een gelijkmatig tempo worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat je in de eerste of tweede versnelling moet rijden en steeds de juiste hoeveelheid gas moet geven die voor het goed uitvoeren van de manoeuvres noodzakelijk is. Voor het “regelen” van de snelheid mag indien nodig de voetrem worden gebruikt. Het is niet toegestaan om vlak voor aanvang van de manoeuvres het gas dicht te draaien en met een stationair toerental die manoeuvres te voltooien.

Theorie examen

Verkeersregels en verkeersinzicht

Wanneer je het praktijkexamen verkeersdeelneming (AVD) wilt afleggen dien je in bezit te zijn van het theoriecertificaat. Deze krijg je na het behalen van het theorie-examen bij het CBR. Het theorie-examen toetst je kennis van de verkeersregels. Natuurlijk komen ook verkeersinzicht, verantwoord rijgedrag, milieu en voertuigtechniek aan bod. Het examen bestaat uit 50 vragen. Dit zijn zowel meerkeuzevragen, ja/nee-vragen en invulvragen. Je moet 44 vragen of meer goed hebben. Het behaalde theoriecertificaat is 1,5 jaar geldig. 

Meer informatie

Examen verkeersdeelneming (AVD)

Voertuigbeheersing en verkeersdeelname

Een praktijkexamen verkeersdeelneming duurt 55 minuten. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent (ongeveer 15 minuten). Dat geeft rust, zo vlak voor je examen. Ga zitten tot je examinator je roept.

Het examen verloopt als volgt:
• Je maakt eerst kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt.
• Je examinator controleert je identiteitsbewijs. Ook kijkt hij of je een geldig theoriecertificaat voor de motor bij je hebt of een geldig rijbewijs voor de lichte motor of motor-automaat.
• Hierna begint de rit van zo’n 35 minuten. De examinator rijdt in zijn eigen auto achter je aan.
• Naast de examinator zit je rijinstructeur. Die geeft je onderweg de aanwijzingen en opdrachten via het ontvangertje in je helm.
• De examinator toetst of je veilig en zelfstandig kunt rijden. En of je voldoende rekening houdt met andere weggebruikers. De examinator let onder andere op:
- je kijkgedrag
- je plaats op de weg
- of je de verkeersregels goed toepast
- of je ook in het verkeer de motor beheerst.
• Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
• Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.
• Na de uitslag kan je bij het gemeentehuis je rijbewijs aanvragen.



Inschrijven Examen aanvragen